Mel Wallis de Vries – Haat (3e recensie)
Over het verhaal
Een stem, ergens vanuit het donker. ‘Meisje! Meisje, kijk me eens aan!’
Maar het lukt niet. Het voelt alsof mijn oogleden dichtgeplakt zitten met lijm. Uit alle macht probeer ik mijn lichaam te bewegen, maar alles is zo zwaar, zo oneindig ver weg. Het kost me zelfs moeite om adem te halen.
Iemand trekt aan mijn arm. Weer diezelfde stem: ‘Hallo, hoor je me?’
Laat me met rust, denk ik, en ik glijd verder weg in het donker in mijn hoofd. Ik ben zo moe, zo –
‘Blijf bij me, meisje! Niet wegzakken!’ Er wordt nog harder aan mijn arm getrokken.
Ik probeer mijn ogen te openen. Een spleetje. En in dat spleetje zie ik schoenen. Bruine schoenen met veters.
Opeens ben ik bang. Misselijkmakend bang. Ik begin te hoesten en moet bijna overgeven.
‘Rustig maar,’ zegt de stem. Ik kijk omhoog, maar ik kan mijn blik niet goed focussen. Het wazige gezicht van een oudere man staart me aan.
In paniek probeer ik overeind te komen.
‘Dat lijkt me niet verstandig,’ zegt hij. ‘Blijf alsjeblieft liggen.’
Maar ik luister niet en ga rechtop zitten. Alles beweegt en draait. Duizelig laat ik mijn hoofd tussen mijn knieën hangen. Mijn armen rond mijn onderbenen. Het eerste wat ik zie is bloed. Mijn handen zijn donkerrood van het bloed.
Nee! Er is iemand gewond. Ik ben gewond! Wat –
‘We hebben 112 gebeld,’ hoor ik de stem van de oudere man zeggen. ‘Jullie hebben vreselijk veel geluk gehad dat we hier langsliepen. Meestal is dit park ’s avonds uitgestorven, en al helemaal met dit weer. Mijn vrouw zit bij je vriendin.’
Vriendin? Ik begrijp het niet. ‘Ik… Het…’ kreun ik.
‘Sst, rustig maar, het komt goed.’ (blz. 4)
Het is donker en Nikki ligt op de grond in het park. Ze hoort sirenes en even later ligt ze in een ambulance richting het ziekenhuis. Ze is aangevallen, samen met een ander meisje.
‘En je handen?’ vraagt hij verder.
Ik kijk ernaar. Het bloed is opgedroogd in dikke zwarte korsten.
‘Ik voel niks,’ zeg ik aarzelend.
De arts wenkt de verpleegkundige. ‘Wil jij met wat steriel water en een gaasje Nikki’s handen voorzichtig schoonmaken?’
De verpleegkundige rolt een wagentje met spullen naar me toe. ‘Ik ben Tineke,’ zegt ze glimlachend, alsof dat iets uitmaakt. Ze trekt latex handschoenen aan en druppelt wat water uit een plastic fles op een gaasje. ‘Geef maar een gil als het pijn doet.’ Voorzichtig pakt ze mijn handen vast.
Het natte gaasje voelt koud aan op mijn huid. Het bloed gaat er razendsnel van af, alsof het verf is.
De verpleegkundige legt de gebruikte gaasjes in een plastic bakje. ‘Klaar,’ zegt ze.
Alle drie staren we naar mijn schone handen. Er is geen wondje te zien. Zelfs geen klein schrammetje. Het zou een opluchting moeten zijn, maar dat is het op een vreemde manier niet. Wat deed dat bloed dan op mijn handen?
De arts lijkt hetzelfde te denken. ‘Misschien heb je met je handen aan je hoofdwond gezeten,’ zegt hij vertwijfeld. Hij knikt naar de verpleegkundige.
Ik zie dat ze het bakje met de gaasjes in een plastic zakje doet en er een sticker opplakt. Waarom gooit ze de gaasjes niet gewoon weg?
‘Zeg, Nikki.’ De arts schraapt zijn keel. ‘Zou je eens in je eigen woorden kunnen vertellen wat er in het park is gebeurd?’
Ik bijt op mijn lip. Die vraag heb ik mezelf in de ambulance al honderden keren gesteld. Ik weet nog dat ik door het park liep, over de brug naar het dichtbegroeide stuk met bomen, dat het heel donker was omdat het regende. Maar dan stoppen de beelden.
‘Ik… Ik was op weg naar dansles,’ zeg ik zacht.
‘En toen?’
‘Dat… Dat weet ik niet meer.’
‘Herinner je je echt niks meer?’ Hij zegt het op een toon alsof hij twijfelt aan mijn geestelijke vermogens.
Ik schud mijn hoofd. (blz. 8)
Nikki heeft geen idee wat er gebeurd is. Ze probeert het zich te herinneren, maar ze weet niets meer. Het laatste dat ze nog weet is dat ze met Lisa aan het appen was en dat ze bijna te laat was voor dansles. Daarom is ze in het donker door het park gefietst. Nikki heeft een hersenschudding en veel hoofdpijn. Toch gaat ze al snel weer naar school.
Als ik om kwart voor drie naar de fietsenstalling loop, heb ik knallende koppijn. De steken in mijn hoofd maken me duizelig. En ik ben uitgeput. De hele dag op school voelde ik de nieuwsgierige blikken. Het gefluister en het wijzen in mijn richting, ook door leerlingen die ik niet ken. Blijkbaar had het nieuws over mijn ongeluk zich razendsnel verspreid.
Toen de bel na het laatste lesuur ging, vroegen Manouk en Lisa of ik meeging naar de Starbucks om huiswerk te maken. Ik heb gezegd dat ik last van mijn hoofd had. Een moment wilde ik ze vertellen dat ik naar de politie moest, maar even snel als dat idee opkwam, verwierp ik het weer. Ik voelde een gek soort schaamte, alsof ik me zou moeten verontschuldigen voor die afspraak.
Ik heb een tijdje op de wc gewacht, totdat ik zeker wist dat Manouk en Lisa weg waren. Toen ben ik door de verlaten gangen naar buiten gelopen, naar de fietsenstalling, waar twee jongens uit 5 havo met hun telefoon aan het klooien waren en een meisje met donker haar in een hoekje stond te roken.
Met een zucht gooi ik mijn tas in mijn fietskrat. Kon ik die afspraak bij de politie maar afzeggen. Ga gewoon, Nikki. Dan kun je het afsluiten en weer verder met je leven.
Ik maak mijn fietsslot open en check nog snel even mijn telefoon. Manouk heeft een paar seconden geleden een foto op Instagram geplaatst, van haar en Lisa en twee gigantisch grote Starbucks-bekers.
Huiswerk maken #starbucks #bff
Ergens voel ik me een beetje buitengesloten. Maar dat is natuurlijk onzin, want het was mijn eigen beslissing om niet mee te gaan. Ik like de foto en berg mijn telefoon op.
En dan ruik ik iets, een beetje muf en zweterig, alsof er iemand in ongewassen sportkleding achter me staat. Opeens ben ik bang. Maar ik heb geen idee waarom. Geschrokken kijk ik over mijn schouder. De fietsenstalling is verlaten. Ook het meisje en de twee jongens zijn weg. Ik adem diep in, maar het luchtje is verdwenen. Snel stap ik op mijn fiets en ik rijd weg. Maar het gevoel dat er daarnet iets niet klopte blijft. (blz. 30)
Wat is er gebeurd in het park? Wie is dat andere meisje dat is aangevallen? Waarom lijkt het alsof Lisa en Manou niets meer met Nikki te maken willen hebben?
Voorleesfragment
Bij dit boek is een voorleesfragment gemaakt. Klik op het plaatje hieronder om het begin van het boek te horen.Of klik hier om naar mijn YouTube-kanaal te gaan.
Mening over het boek
Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
Hoe kom je aan het boek?
Gekregen van iemand
Wat vind je van het boek?
★★★☆☆
Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik vond de tekst op de achterkant leuk, Ik heb al andere boeken van deze schrijver gelezen
Welke steekwoorden passen bij het boek?
fascinerend, geheimzinnig, spannend, verrassend
Staan er illustraties in het boek? Wie heeft ze gemaakt? Wat vind je van de illustraties?
nee
Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemiddeld
Waar gaat het verhaal over?
zie hierboven
Wie is de hoofdpersoon?
De hoofdpersoon is Nikki
Zou je iemand uit het verhaal willen ontmoeten? Waarom? En wat zou je dan gaan doen?
nee
Waar speelt het verhaal zich af?
Het verhaal speelt zich af in Amsterdam
Wat vind je leuk aan dit boek?
Het is een spannend verhaal waarbij je pas aan het einde weet wat er precies gebeurd is
Wat vind je niet leuk aan dit boek?
Ik vind het dom dat Nikki alles alleen probeert uit te zoeken en niet om hulp vraagt aan haar ouders en/of de politie
Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
nee
Voor wie zou dit een leuk boek zijn?
Voor jongeren vanaf 12 jaar die houden van spannende verhalen
Wil je het boek nog een keer lezen?
Ik wil andere boeken van deze schrijver lezen