Maria Postema & Maarten Bruns – Dertiendagh (1e recensie)

Over het verhaal

Een doffe klap, en alles werd donker. Pijn. Felle scheuten die elkaar steeds sneller opvolgden. Erik klemde zijn kiezen op elkaar om niet te schreeuwen.
Met zijn handen om zijn hoofd zakte hij door zijn knieën. Hij dwong zichzelf diepere ademteugen te nemen, maar pas na een paar minuten verdwenen de lichtflitsen en werd het weer een beetje helder in zijn brein.
Voorzichtig betastte hij de pijnlijke plek. Geen nattigheid, dus hij bloedde niet – een geluk bij een ongeluk, want ze wren de verbanddoos vergeten. Met zijn andere hand steunde hij tegen de vochtige stenen muur. Hij ging langzaam zitten en voelde brosse vlokken pleisterwerk aan zijn handpalm plakken. Geërgerd veegde hij ze af aan zijn broek.
Blijkbaar had hij niet diep genoeg gebukt voor de lage poort, terwijl hij met zijn één meter negentig toch beter had moeten weten. Regel één: kijk goed uit waar je loopt, een bunker is geen zondags wandelpad. Hij was door zijn onoplettendheid ook nog eens zijn hoofdlamp kwijtgeraakt en zag geen hand voor ogen meer. En nu hij stilzat voelde hij ook hoe stervenskoud het hier was: zelfs zijn nieuwe softshelljas was niet opgewassen tegen deze temperaturen. (blz. 4)

Erik is samen met vrienden op onderzoek in een oude bunker. Het is hier pikkedonker en Erik heeft net hard zijn hoofd gestoten. Een maand geleden heeft Erik deze bunker gevonden samen met zijn buurmeisje Zoë. Het is een verborgen bunker die tientallen jaren gelden door de Duitsers is gebouwd. Dat ze naar de bunker op zoek gingen is de schuld van hun geschiedenisleraar. Die vertelde over de Atlantikwall, bunkers in de duinen die door de Duitsers zijn gebouwd. Het leek Erik en Zoë leuk om op zoek te gaan naar zo’n bunker, om te kijken hoe zo’n bunker er van binnen uit ziet. Daarom lopen ze hier nu in het donker op het strand van Duindorp. Na een tijdje rondlopen en zoeken vinden ze de ingang van een bunker. Ze breken in en gaan op onderzoek uit. Erik vindt in de bunker een ring die waarschijnlijk van de nazi’s is geweest. Hij neemt de ring mee naar huis.

Het grootste deel van de tijd zat Erik op zijn kamer muziek te luisteren of de laatste vondsten van een goede juttersdag te poetsen. En hij moest toegeven dat hij zelf ook vaak zijn toevlucht zocht tot het verleden. Niet dat van hemzelf, maar van de tijd, de geschiedenis, voorwerpen. Dagenlang kon hij op zijn computer de historie van iets wat hij op het strand gevonden had napluizen.
Zoals nu ook weer met de ring die hij in de bunker had gevonden: al drie avonden struinde hij het internet af om de herkomst ervan te achterhalen. Hij had verwacht dat de beeltenis op het zegel genoeg aanknopingspunten zou bieden, maar tot zijn verbazing kon hij tussen alle naziringen die hij vond geen enkele afbeelding ontdekken die overeenkwam met zijn versie. De vier bliksemschichten deden hem een beetje denken aan een hakenkruis, maar een zoektocht naar ringen met swastika’s leverde niets op. Hij vermoedde dat de afbeelding wel een soort zonnerad moest voorstellen, want hij meende aan weerskanten van het zegel ook twee kleine donkere zonnetjes te herkennen met gaatjes erin. Het was moeilijk te zien, want ze waren behoorlijk afgesleten, alsof iemand de symbooltjes te vaak had opgewreven. Maar hoe hard hij ook zocht, negens kon hij iets vinden wat erop leek. Was de vorige eigenaar lid geweest van een speciale eenheid, of was het gewoon een versiering. Het irriteerde Erik mateloos dat hij het antwoord nog niet had gevonden, maar hij beet zich er als een buldog in vast en bleef zoeken. (blz. 27)

Samen met zijn vriend Matthijs gaat Erik naar het Bunkermuseum in Scheveingen. Misschien dat ze daar wat meer informatie over de bunker kunnen vinden. Ze stellen wat vragen aan een van de vrijwilligers over geheime ondergrondse gangen, maar die vrijwilliger zegt dat het een broodje aap-verhaal is. Ondertussen heeft Matthijs stiekem foto’s gemaakt van een kaart die bij de vrijwilliger op tafel ligt. Hier staan de locaties van verschillende bunkers op, met daarbij in potlood geschreven ‘kring van bunkers, verbonden door overdekte loopgraven’. Er zijn dus toch ondergrondse gangen… Op de kaart zien ze ook dat het lijkt alsof de bunkers in de vorm van een Keltisch kruis staan opgesteld én het lijkt alsof er onderaan het kruis nog een bunker zou moeten zijn. Erik en Matthijs bedenken samen met Zoë een plan om naar deze onbekende bunker op zoek te gaan.

Terwijl Erik zaterdagochtend zijn rugzak inpakte, liep hij in gedachten voor de zoveelste keer alles na. Vanavond ging het gebeuren: ze gingen een bunker ontmaagden. Een echte, waar misschien al tientallen jaren niemand geweest was, en deze keer zouden ze zich niet weg laten jagen. De adrenaline gierde door zijn aderen. Hij keek zijn kamer rond en zijn blik werd als een magneet aangetrokken door de ring die op zijn bureau lag. Na een korte aarzeling stopte hij het ding in zijn broekzak.
Ze hadden om tien uur afgesproken bij het restaurant van Jerry’s ouders, waar ze de spullen in de bakbrommer zouden laden. (blz. 48)

Zullen ze de bunker vinden? Kunnen ze ook in de bunker kijken? Hoe zal deze bunker de tijd hebben overleefd?


Voorleesfragment

Bij dit boek is een voorleesfragment gemaakt. Klik op het plaatje hieronder om het begin van het boek te horen.
Of klik hier om naar mijn YouTube-kanaal te gaan.

Mening over het boek

Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
Hoe kom je aan het boek?
Geleend bij de bibliotheek
Wat vind je van het boek?
★★★★☆
Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik vond de tekst op de achterkant leuk
Welke steekwoorden passen bij het boek?
fascinerend, geheimzinnig, realistisch, spannend, verrassend
Staan er illustraties in het boek? Wie heeft ze gemaakt? Wat vind je van de illustraties?
nee
Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemiddeld
Waar gaat het verhaal over?
zie hierboven
Wie is de hoofdpersoon?
de hoofdpersoon is Erik
Zou je iemand uit het verhaal willen ontmoeten? Waarom? En wat zou je dan gaan doen?
ik zou graag in de bunker willen rondkijken en zien wat daar gebeurt. Maar dan wel graag zonder het risico te lopen om gevangen genomen te worden
Waar speelt het verhaal zich af?
in Den Haag en in een bunker in de duinen
Wat vind je leuk aan dit boek?
het is een spannend verhaal
Wat vind je niet leuk aan dit boek?
x
Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
nee
Voor wie zou dit een leuk boek zijn?
voor iedereen vanaf een jaar of 15 die houdt van spannende verhalen
Wil je het boek nog een keer lezen?
Ik wil het boek misschien nog een keer lezen, Ik wil andere boeken van deze schrijver lezen

Meer informatie over dit boek