Donald Niedekker – Waarachtige beschrijvingen uit de permafrost (1e recensie)
Over het verhaal
Wat je ook zoekt, de specerijen van Indië, de ochtend, Ithaka, de liefde van je vader, liefde überhaupt, gerechtigheid, dode zielen, ridderschap, een tijdgenoot, iemand om mee te praten, de troost van een zigeunermeisje, de eenhoorn, ga, mijn vriend, ik geef je mijn stem, hoe je het ook zoekt, met duizend listen of met je pen, met een zwart schip, met pijnstillers op het nachtkastje, met je pistool op het nachtkastje, met een bordkartonnen helm, een paard en een knecht, met een thermometer, met opgerolde broekspijpen, met schaamte en tranen, met gegrom tussen prikkeldraad, door schaduw te lopen, papier te pletten, dauw van april te oogsten, je lippen te bewegen, ga mijn vriend, versaag niet, ik geef je mijn stem, met wie je ook zoekt, met Gerrit de Veer, Jan Hillebrantsz, Jacob van Heemskerck, Lenaert Heyndricksz en hoe ze ook mogen heten, met een schildknaap, met een puist op je neus, al heb je geen neus, met een bloedhond of met Rocinant, met een grauwtje of met dertig witgekielde Egyptische matrozen, met de drie Maria’s, met een jezuïet en een humanist, met het kwaad in eigen persoon, met een teek uit het linkeroor van een hond, ga, mijn vriend, ga, ik geef je mijn stem, waar je ook bent gekluisterd, in de hel, in een Pruisische vallei, in zoals ik de poolnacht, in een kelder, in een sanatorium op een Zwisterse berg, in een met wijnranken en kamperfoelie overwoekerd tuinhuis, in de maalstroom van je hersenspinsels, in je verloren kinderjaren, die nooit kinderjaren waren, in een Russische of Zweedse zomer, op een landtong tussen robben, in een dorpshotel, ga, ga, mijn vriend, ik geef je mijn stem, via welke weg dan ook, benoorden om, door een woud van sparren, rechtstandig de lucht in, over bergpassen, door een beschaduwd dal, over zeven zeeën, in het spoor van karavanen, door moerassen je vastklampend aan ranke berken, ga, wie je ook bent, ik geef je mijn naam, jij bent de eeuwig zoekende, maar wat je ook zoekt, wat ook, een scheepsvracht, de lichtende morgen, een ver eiland, een doortocht, een witte walvis, rijkdom, een rustige oude dag, thee met jam op een schoteltje, het oor van Van Gogh, het zwaard van Durandarte, een kus van Lancelot en Guinevere, een teennagel van Mohammed, gef ik één naam, de naam Nova Zembla, dat is Novaja Zemlja, dat is Nieuw Land, dat is Nieuwe Aarde, dat is Nieuwe Wereld, dat is…
Ga, ga, mijn vriend.
Ga. (blz. 6)
De verteller is in januari 1597 overleden op Nova Zembla. Hij was aan boord van het schip Behouden Huys dat strandde op Nova Zembla. De bemanningsleden probeerden in de ijzige kou te overleden, maar dat is niet iedereen gelukt. De verteller was als dichter mee met het schip om later te kunnen vertellen over de heroïsche tocht van het Behouden Huys via de wateren bij de Noordpool naar China.
Toegegeven, ze hebben me gewaarschuwd, maar ik moest zo nodig mijn leren hoed dragen met brede, nonchalant omkrullende rand, die fraai paste bij mijn handscoenen van haaieneleer. Ik was immers de zanger, de bard, de rapsode. Ik weigerde zo’n belachelijke wollen muts over mijn kop te trekken met die kleurige blauwe, zwarte en witte banen, misschien handig in een storm op het dek, maar een benepen geval dat de hersenpan afknelt zodat er alleen rekensommen uitkomen, bevrachtingscontracten, clausules. Versregels ho maar.
Ik stevende met dichterszwier af op de ijsschoten. Dus vatte ik kou. Ik werd de kranke man die wegkwijnde. Ik liet het erop aankomen. Er lagen geen lofzangen in het verschiet. Cathay, China, Indië, we zouden het nooit bereiken. Als dichter moet je je tijd weten.
Afijn, 27 januari 1597 ging ik de pijp uit en de grond in. Die grond was een sneeuwlaag. Een sneeuwlaag die nooit meer, de Kleine IJstijd was op zijn dieptepunt, zou ontdooien. Vier eeuwen lig ik hier diepgevroren. (blz. 16)
De verteller vertelt hoe hij is overleden. De sneeuwlaag waarin hij al eeuwen ligt begraven begint langzaam te ontdooien. Hierdoor kan hij eindelijk zijn verhaal vertellen.
Wat heb ik zoal in mijn ijsgraf verzameld? En wat heeft de herinnering erdoorheen geweven? Waarvan kan ik verhalen? Met sjamanen reisde ik door hogere en lagere werelden. Geluidsgolven met een hoge druk berichtten me van aardbevingen, vloedgolven, bejammerde misoogsten, vulkaanuitbarstingen, en ze gingen gepaard met ondergrondse stemmenfluisteringen, die ik weliswaar niet allemaal kon ontcijferen of verstaan maar die zich wel als een vruchtbare laag in me afzetten.
In mijn geheugen schoven de lagen over elkaar en in de loop der tijd, een tijd van eeuwen waarin de zwaartekracht zijn werk kon doen en er ook in de eeuwig bevroren grond kleine vulkaanuitbarstingen plaatsvonden, braken bovenliggende afzettingen door de oudere bezinksels heen, waardoor de als sedimenten afgezette herinneringen naar andere, eerdere tijden sijpelden en het eerdere met het latere vermengd raakte.
Daar liggen Nova Zembla, Petrus Plancius, de Noordoostpassage, een klok, een astrolabium, walrussen en lepelblad door elkaar, en ook barnsteen, verhalen van grootmoeder, een ei in een ei, Samojeden, de Chinese keizer en zijn dochter, een boekhandelaar, Tycho Brahe, Johannes Kepler, Elling Carlsen, zelfs Andrej Sacharov, een ijsbreker, mijn flambard, moeder aan het spinet, een sneeuwhaas, mijn joodse leraar op de Latijnse school met in zijn groene ogen een zwarte spikkeling, die niet zo makkelijk verschoten naar zwarte ogen met een fonkeling van malachiet.
Dat moet ik bij elkaar zien te krijgen in een min of meer coherent verhaal. Verwacht niet te veel coherentie van mij. Ik lig vierhonderd jaar in bevroren grond, meer dan vierhonderd jaar. Dan leer je dat er geen grotere leugen is dan samenhang. Alles hangt met alles samen, van dat soort dooddoeners. Het is toeval voor en toeval na, soms een tel doorschoten door het vuurvliegjeslicht van causaliteit. (blz. 19)
Wat heeft de verteller te vertellen over zijn ervaringen op Nova Zembla?
Voorleesfragment
Bij dit boek is een voorleesfragment gemaakt. Klik op het plaatje hieronder om het begin van het boek te horen.Of klik hier om naar mijn YouTube-kanaal te gaan.
Mening over het boek
Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
Hoe kom je aan het boek?
ik heb het e-boek gelezen via Kobo Plus
Wat vind je van het boek?
★★★★★
Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik vond de tekst op de achterkant leuk, ik heb dit boek gelezen voor een online college Recente Nederlandse en Vlaamse letterkunde van de Radboud Universiteit (Nijmegen)
Welke steekwoorden passen bij het boek?
fascinerend, geheimzinnig, interessant, verrassend
Staan er illustraties in het boek? Wie heeft ze gemaakt? Wat vind je van de illustraties?
nee
Waar gaat het verhaal over?
zie hierboven
Wie is de hoofdpersoon?
de anonieme verteller is de hoofdpersoon
Zou je iemand uit het verhaal willen ontmoeten? Waarom? En wat zou je dan gaan doen?
ik zou de verteller willen ontmoeten en meer horen over zijn ervaringen
Waar speelt het verhaal zich af?
in Nova Zembla
Wat vind je leuk aan dit boek?
ik vind het fascinerend dat dit lijk dat al eeuwenlang begraven ligt in het ijs zijn verhaal wil en kan vertellen
Wat vind je niet leuk aan dit boek?
n.v.t.
Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
ik heb dit boek bijna achter elkaar doorgelezen
Voor wie zou dit een leuk boek zijn?
voor iedereen die houdt van verhalen met een bijzonder vertelperspectief
Wil je het boek nog een keer lezen?
Ja, ik wil het boek nog een keer lezen, Ik wil andere boeken van deze schrijver lezen