Patrick Ness – Zeven minuten na middernacht (1e recensie)
Het monster verscheen net na middernacht. Maar het is niet het monster dat Conor verwachtte, het monster uit de nachtmerrie die hij bijna elke nacht heeft gehad sinds zijn moeder ziek werd. Die met de duisternis, de wind en het geschreeuw. Het monster uit zijn achtertuin is anders. Oud. Wild. En hij wil het meest gevaarlijke van alles van Conor, hij wil de waarheid.
Over het verhaal
Het monster kwam vlak na middernacht opdagen. Zoals monsters altijd doen.
Conor was wakker toen het kwam.
Hij had een nachtmerrie gehad. Nou ja, niet zomaar een nachtmerrie. Dé nachtmerrie. Die hij de laatste tijd heel vaak had gehad. Die met die duisternis en de wind en het gillen. Die met de handen die wegglipten uit zijn greep, hoezeer hij ook zijn best deed om ze vast te houden. Die altijd eindigde met…
‘Ga weg’, fluisterde Conor tegen de duisternis van zijn slaapkamer, hij probeerde nachtmerrie terug te duwen, niet mee te laten komen naar de wakkere wereld. ‘Ga weg nu.’
Hij keek even op het klokje dat zijn moeder op zijn nachtkastje had gezet. 00.07. Zeven minuten na middernacht. Dat was nogal laat voor een doordeweekse avond, en zeker voor een zondagavond. (blz. 11)
Connor woont samen met zijn moeder. Zijn moeder is ernstig ziek en heeft kanker. Het gaat steeds slechter met haar. Op een nacht wordt Connor wakker en blijkt er een monster te zijn…
Er schoof een wolk voor de maan, zodat het hele landschap in duisternis werd gehuld, en een wooeeiii van de wind waaide de heuvel af en zijn kamer binnen, waardoor de gordinen opbolden. Hij hoorde weer het kraken en knerpen van hout, kreunend als iets levends, als de hongerige buik van de wereld die knorde om eten.
Toen was de wolk voorbij, en scheen de maan weer.
Op de taxusboom.
Die nu stevig midden in zijn achtertuin stond.
En daar was dan het monster.
Terwijl Conor toekeek, pakten de bovenste takken van de boom zich samen tot een groot, angstaanjagend gezicht, flakkerend tot een mond en een neus en zelfs ogen, die hem ook aanstaarden. Andere takken draaiden om elkaar heen, voortdurend krakend, voortdurend kreunend, totdat ze twee lange armen vormden en een tweede been dat werd neergeplant naast de hoofdstam. De rest van de boom pakte zich samen tot een ruggengraat en daarna een romp, waarbij de dunne, naaldachtige blaadjes in elkaar weefden tot een zachte groene vacht die bewoog en ademde alsof er spieren en longen onder zaten.
Het monster was al hoger dan Conors raam, en nu werd het ook nog breder terwijl het zichzelf opbouwde en uitgroeide tot een krachtige gedaante, een gedaante die er op de een of andere manier sterk uitzag, en machtig. Het staarde Conor de hele tijd aan, en hij hoorde de harde, gierende ademhaling uit de bek van het monster. Het monster zette zijn reuzenhanden aan allebei de kanten van het raam en bracht zijn kop omlaag totdat die enorme ogen het kozijn vulden, en Conor werd vastgehouden in die dreigende blik. Conors huis kreunde ene beetje onder het gewicht. (blz. 14)
Als Connor de volgende ochtend wakker wordt weet hij zeker dat het een droom was. Monsters bestaan tenslotte niet.
Het was een droom geweest. Wat kon het anders zijn geweest?
Toen hij vanmorgen zijn ogen had opengedaan, had hij meteen naar het raam gekeken. Het was er nog steeds, natuurlijk, niks kapot of zo, geen gapend gat naar de achtertuin. Natuurlijk was het er nog. Alleen een klein kind zou hebben gedacht dat het echt was gebeurd. Alleen een klein kind zou geloven dat een boom – serieus, een boom – de heuvel af was komen lopen en het huis had aangevallen.
Hij had een beetje moeten lachen om het idee, om hoe onbenullig het allemaal was, en toen was hij uit bed gestapt.
Met een knerpend geluid onder zijn voeten.
Elke centimeter van de vloer in zijn slaapkamer was bedekt met korte, scherpe taxusnaalden. (blz. 21)
Connor krijgt steeds vaker bezoek van het monster. Het is niet het monster uit de nachtmerries die Connor al een tijdje heeft, maar iets veel engers. En het wil dat Connor hem de waarheid vertelt. Maar wat wil het monster horen? Connor begrijpt er niets van. Ondertussen gaat het steeds slechter met zijn moeder en komt ze in het ziekenhuis te liggen. Kan het monster de moeder van Connor helpen?
Mening over het boek
Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
Heb je het boek uitgelezen?
Ja
Wat vind je van het boek?
★★★★☆ – goed
Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik vond de tekst op de achterkant leuk
Welke steekwoorden passen bij het boek?
geheimzinnig, spannend, verrassend, zielig, sprookjesachtig
Hoe kom je aan het boek?
ik heb het boek gewonnen (met handtekening van Patrick Ness) via de Libris-boekwinkels
Zitten er plaatjes (illustraties) in het boek?
Ja
Heb je net ‘ja’ ingevuld? Waarvoor worden de plaatjes gebruikt?
Om iets uit het verhaal duidelijker te maken
Wat vind je van de plaatjes? Passen ze bij de tekst?
De illustraties zijn in zwartwit en geven de sfeer van het verhaal weer. Ze passen goed bij het verhaal
Wat vind je leuk aan het boek?
Het is een sprookjesachtig en spannend verhaal
Wat vind je niet leuk aan het boek?
Geen idee
Is er iemand uit het boek die je in het echt zou willen ontmoeten? Wat zou je dan samen gaan doen?
Ik wil het monster wel ontmoeten
Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
Patrick Ness is gevraagd om dit boek af te maken nadat de oorspronkelijke schrijver Siobhan Dowd was overleden
Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemiddeld
Zitten er moeilijke woorden in het boek?
Weet ik niet
Wil je het boek nog een keer lezen?
Ik wil het boek misschien nog een keer lezen, Ik wil andere boeken van deze schrijver lezen
Aan wie zou je dit boek aanraden?
Aan jongeren vanaf een jaar of 14