boekomslag Tahereh Mafi - Een bijna eindeloze afstand

Tahereh Mafi – Een bijna eindeloze afstand (1e recensie)

boekomslag Tahereh Mafi - Een bijna eindeloze afstand

Het is 2002, een jaar na de aanslagen van elf september. Het is een turbulente en verwarrende tijd. Zeker voor iemand als Shirin, een zestienjarig moslimmeisje dat het zat is om altijd aangestaard, beledigd of zelfs aangevallen te worden. Ze is het zat dat mensen haar niet zien om wie ze is, maar altijd direct een oordeel klaar hebben en denken te weten wat zij denkt of voelt. Ocean James is de eerste persoon in tijden die haar echt lijkt te willen leren kennen, maar ze komen uit twee schijnbaar onverenigbare werelden. En Shirin heeft de muur om zich heen zo zorgvuldig opgebouwd dat ze niet zeker weet of ze wel in staat is om hem af te breken.

ikvindlezenNIETleuk meer info over boek

Over het verhaal

We leken altijd onderweg, altijd op weg naar beter, altijd op zoek naar een beter leven, whatever. Ik kon de emotionele rollercoaster niet meer aan. Intussen had ik al op zo veel basisscholen gezeten dat ik me de namen nauwelijks kon herinneren, maar dit, dit voortdurend switchen van middelbare school maakte echt dat ik zo langzamerhand dood wilde. Dit was mijn derde school in minder dan twee jaar tijd en plotseling leek mijn leven elke dag uit zo’n enorme berg bullshit te bestaan dat ik mijn lippen gewoon niet meer van elkaar kreeg. Ik was bang dat als ik zou praten of gillen, mijn woede beide kanten van mijn open mond beet zou pakken en me in tweeën zou scheuren.
Dus zei ik maar niets.
Het was eind augustus, haast ontvlambaar heet met af en toe een briesje. Om me heen wemelde het van de canvas rugzakken, frisblauw denim en kinderen die naar gloednieuw plastic roken. Ze leken gelukkig.
Ik zuchtte en sloeg mijn kluisje dicht.
Voor mij was vandaag gewoon de zoveelste eerste schooldag in de zoveelste nieuwe stad, dus deed ik wat ik altijd deed als ik een nieuwe school binnenliep: ik keek niemand aan. Mensen staarden altijd naar me, en als ik terugkeek, vatten ze dat vaak op als uitnodiging om iets tegen me te zeggen, en als ze iets tegen me zieden, was dat bijna altijd iets beledigends, iets stoms, of beide, dus had ik lang geleden al besloten dat het eenvoudiger was om te doen alsof ze gewoon niet bestonden. (blz. 9)

Shirin en haar familie zijn weer eens verhuisd en vandaag is de eerste schooldag op een nieuwe school. Het kost Shirin moeite om haar weg te vinden. Daardoor komt ze voor de les Engels een paar minuten te laat. Haar docent denkt dat ze hier verkeerd is, en verwijst haar naar de les ‘Engels als tweede taal’. Omdat ze een hoofddoek draagt gaat hij er vanuit dat ze geen Amerikaanse is. Dit maakt Shirin regelmatig mee. Mensen hebben op basis van haar hoofddoek een mening over Shirin.

Ik zei tegen mezelf dat het me niets deed, maar dat was wel zo. Natuurlijk. Door de eindeloze nieuwsstroom kwam ik tegenwoordig nooit meer op adem. Afgelopen herfst hadden de aanslagen van 9/11 plaatsgevonden, ik was net twee weken op school begonnen, en twee weken later vielen twee jongens me aan toen ik van school naar huis liep. En het ergste – het érgste – was nog wel dat het dagen duurde voordat ik de ontkenningsfase voorbij was; het duurde dagen voordat ik snapte waaróm. Ik bleef maar hopen dat de verklaring complexer zou blijken te zijn, dat er meer achter hun daad zou blijken te zitten dan pure, blinde haat. Ik wilde dat er een andere reden voor was dan dat twee onbekenden me naar huis volgden, een andere reden dat ze mijn hoofddoek afrukte en me er mee probeerden te wurgen. Ik begreep niet hoe mensen zo verschrikkelijk woedend op mij konden zijn vanwege iets wat ik niet had gedaan, zo woest dat ze meenden me op klaarlichte dag te kunnen aanvallen terwijl ik gewoon over straat liep.
Ik wilde het niet begrijpen.
Maar ja, het was wel zo. (blz. 13)

Samen met haar broer is Shirin groot fan van breakdancen. Haar broer besluit om een een breakdancegroep op te richten op school. Hij krijgt de medewerking van een leraar. Hij heeft wat van zijn vrienden gevraagd om mee te doen en natuurlijk Shirin.

Zoals beloofd had mijn broer een leraar zover weten te krijgen om voor het hele breakdancegedoe te tekenen. Aan het einde van de week zouden we alle papieren rond hebben om de club officieel te maken, wat inhield dat ik voor de allereerste keer in mijn leven aan een buitenschoolse activiteit meedeed en dat voelde vreemd. Buitenschoolse activiteiten waren niet echt mijn ding.
Toch liep ik godverdomme op rozen.
Altijd al had ik zoiets willen doen. Voor breakdance had ik al tijden grote bewondering, maar alleen uit de verte; ik had b-girls aan wedstrijden zien meedoen eng evonden dat ze er zo cool, zo sterk uitzagen. Zo wilde ik ook zijn. Maar breakdance was niet zoiets als ballet; je kon het niet opzoeken in het telefoonboek. Er waren geen breakdancescholen, of in elk geval niet waar ik woonde. Er hingen nergens oud-breakdancers rond die alleen maar zaten te wachten tot mijn ouders ze met Perzisch eten zouden betalen om mij een perfecte flare te leren. Ik weet ook niet of ik zoiets zonder Navid wel had kunnen doen. Gisteravond biechtte hij me op dat hij de afgelopen jaren stiekem in zijn eentje aan het leren en oefenen is geweest, en ik stond versteld toen hij me liet zien hoe ver hij helemaal in z’n eentje gekomen is. Van ons tweeën bleek hij degene die onze droom echt serieus had genomen, en dat besef maakte me tegelijkertijd trots op hem en teleurgesteld in mezelf. (blz. 28)

Breakdancen blijkt moeilijk, maar ontzettend leuk te zijn. Shirin vind het heerlijk dat ze ook iets leuks heeft waar ze op school naar toe kan leven. Tijdens de lessen negeert ze haar klasgenoten zoveel mogelijk. Met biologie moet ze samenwerken met de jongen naast haar. Hij heet Ocean en is vriendelijk tegen haar. Ze vindt hem wel een leuke jongen, maar ze wil niet verliefd worden. Ze weet zeker dat hij haar hart zal breken. Tijdens een breakdancemiddag hoort Shirin van Jacobi, een van de vrienden van haar broer, dat mensen haar zien als eng, afstandelijk, omdat ze met niemand contact maakt en altijd boos lijkt.

De hele middag dacht ik na over wat Jacobi tegen me gezegd had. Ik kwam thuis, ging onder de douche en dacht ervoer na. Tijdens het eten dacht ik erover na. Ik zat achter mijnb roer, staarde naar de muur, luisterde naar muziek en dacht erover na, dacht erover na en dacht erover na.
Ik sloot mezelf op in mijn slaapkamer en dacht erover na.
Het was kort na negenen. In huis was het stil. Dit waren de stille uurtjes voordat ik van mijn ouders moest gaan slapen – de uren waarin alle gezinsleden zo vriendelijk waren om elkaar een tijdje met rust te laten. Ik zat op mijn bed en staarde naar een lege pagina in mijn dagboek.
En dacht na.
Voor de allereerste keer vroeg ik me af of ik dit misschien helemaal verkeerd aanpakte. Of ik me misschien door mijn woede had laten verblinden, ten koste van al het andere. Of ik misschien, heel misschien, zo vastbesloten was geweest om me niet tot een stereotype te laten reduceren dat ik alle anderen om me heen alleen nog als stereotype was gaan zien.
Opeens moest ik aan Ocean denken.
Hij bleef maar aardig tegen me doen, en in een onverwachte reeks gebeurtenissen was ik door zijn vriendelijkheid alleen maar boos en verward geraakt. Ik duwde hem weg omdat ik bang was om zelfs maar in de buurt te zijn van iemand die me, daar was ik zeker van, op een dag pijn zou doen. Ik vertrouwde niemand meer. Door de herhaalde blootstelling aan wreedheden was ik zo gevoelig geworden dat inmiddels zelfs het kleinste krasje al een litteken achterliet. De cassière bij de supermarkt zei iets onbeleefd tegen me en van zo’n simpele onvriendelijkheid raakte ik een volle dag van slag omdat ik nooit wist… nooit kon weten…
Ben je een rascist? Of ben je vandaag gewoon met je verkeerde been uit bed gestapt?
Ik kon mensen niet meer van monsters onderscheiden.
Als ik naar de wereld om me heen keek, zag ik niet langer nuances. Ik zag alleen nog maar potentiële pijn en dus de noodzaak om mezelf voortdurend te beschermen.
Shit, dacht ik.
Dit was echt doodvermoeiend.
Met een zucht pakte ik mijn telefoon. (blz. 98)

Wie gaat Shirin bellen? Zal ze proberen meer contact te krijgen met mensen? Heeft Shirin gelijk dat ze zich zo afsluit van mensen?

Mening over het boek

Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
Hoe kom je aan het boek?
gekregen van de uitgeverij om er een recensie over te schrijven
Wat vind je van het boek?
★★★★☆
Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik vond de tekst op de achterkant leuk
Welke steekwoorden passen bij het boek?
fascinerend, realistisch, romantisch, zielig
Staan er illustraties in het boek? Wie heeft ze gemaakt? Wat vind je van de illustraties?
Nee
Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemiddeld
Waar gaat het verhaal over?
Zie hierboven
Wie is de hoofdpersoon?
De hoofdpersoon is Shirin
Zou je iemand uit het verhaal willen ontmoeten? Waarom? En wat zou je dan gaan doen?
Ik wil Shirin ontmoeten en thee drinken en praten
Waar speelt het verhaal zich af?
Het verhaal speelt zich af op school en bij Shirin thuis
Wat vind je leuk aan dit boek?
Het is interessant om het verhaal vanuit het perspectief van een moslimmeisje te lezen en zo mee te maken hoe het voelt om gediscrimineerd te voelen
Wat vind je niet leuk aan dit boek?
Ik vind het niet leuk dat Shirin gepest en gediscrimineerd wordt
Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
Nee
Voor wie zou dit een leuk boek zijn?
Dit is een mooi boek voor iedereen vanaf 14 jaar die wil weten hoe het in in Amerika was na de aanslagen van in 9/11
Wil je het boek nog een keer lezen?
Ik wil het boek misschien nog een keer lezen