E. Lockhart – Wij leugenaars (1e recensie)

boekomslag E. Lockhart - Wij leugenaars

Cadence is de oudste kleindochter van de machtige familie Sinclair. Elk jaar brengt ze de zomer door op het privé-eiland van haar opa. Heerlijke vakanties met haar neef Johnny, nicht Mirren en de knappe buitenstaander Gat. Ze vormen een hechte club. Tijdens hun 15e zomer worden Cadence en Gat verliefd op elkaar. En dan gebeurt er iets onomkeerbaars. Nu is Cadence na twee jaar afwezigheid voor het eerst terug op het eiland. Geteisterd door zware migraine probeert ze te achterhalen wat er die zomer is gebeurd. Haar familie zwijgt in alle talen. Langzaam komen de herinneringen boven, maar ook de leugens en familiegeheimen.

ikvindlezenNIETleuk meer info over boek

Over het verhaal

Welkom bij de prachtige familie Sinclair.
Niemand is crimineel.
Niemand is verslaafd.
Niemand is mislukt.
De Sinclairs zijn atletisch, lang en knap. We zijn democraten, oude rijken. Onze glimlach is breed, onze kaak is vierkant en onze tennisopslag is agressief.
Het doet er niet dat scheidingen onze harten spier voor spier verscheuren zodat het ze grote moeite kost om te blijven kloppen. Het doet er niet toe dat het geld uit het trustfund begint op te raken en creditcardrekeningen onbetaald op de keukentafel worden gelegd. Het doet er niet niet toe dat er een hele verzameling medicijnpotjes op het nachtkastje staat.
Het doet er niet toe dat een van ons wanhopig, volslagen wanhopig verliefd is.
Zo verliefd
Dat er even wanhopige maatregelen
moeten volgen.
Wij zijn Sinclairs.
Niemand komt iets tekort.
Niemand heeft het mis.
We wonen (in de zomer tenminste) op een privé-eiland voor de kust van Massachusetts.
Misschien is dat alles wat je hoeft te weten. (blz. 13)

Cadence is 15 jaar en woont samen met haar moeder in Vermont. Elke zomer gaan ze naar het privé-eiland van haar opa en oma. Daar komen dan ook de tantes (zussen van haar moeder) met hun families.

Ik, Johnny, Mirren en Gat. Gat, Mirren, Johnny en ik.
De familie noemt ons vieren de Leugenaars, en dat hebben we waarschijnlijk verdiend. We zijn allemaal ongeveer even oud, en we zijn allemaal in het najaar jarig. Op het eiland hebben we bijna elk jaar wel last veroorzaakt.
Gat kwam in het jaar dat we acht waren voor het eerst naar Beechwood. Zomer acht noemden we het.
Daarvoor waren Mirren, Johnny en ik geen Leugenaars. We waren alleen maar neven en nichten, en Johnny was irritant omdat hij niet met meisjes wilde spelen.
Johnny is bewegelijkheid, inspanning en sarcasme. In die tijd hing hij onze barbies aan hun nek op of schoot op ons met legopistolen.
Mirren is suiker, nieuwsgierigheid en regen. In die tijd bracht ze lange middagen spetterend bij het grote strand door met Taft en de tweeling, terwijl ik tekeningen maakte op ruitjespapier en boeken las in de hangmat op de veranda van Clairmont.
Toen kwam Gat de zomervakanties met ons doorbrengen. (blz. 18)

In deze familie is het erg belangrijk om de schijn hoog te houden. Niemand mag merken hoe jij je echt voelt. ‘Doe normaal’ is het motto van de hele familie. Ook als er iemand overlijdt, zoals oma Tipper, mag daar niet op gereageerd worden.

Mama vond me.
Ze dwong me normaal te doen. Omdat ik normaal was. Omdat ik het kon. Ze zei dat ik diep moest ademhalen en rechtop moest gaan zitten.
En ik deed wat ze zei. Alweer.
Mammie maakte zich zorgen om opa. Hij trilde op zijn benen nu oma er niet meer was, moest zich vasthouden aan stoelen en tafels om in evenwicht te blijven. Hij was het hoofd van de familie. Ze wilde niet dat hij labiel zou worden. Ze wilde hem laten weten dat zijn kinderen en kleinkinderen hem nog steeds omringden, sterk en opgewekt als altijd. Dat was belangrijk, zie ze. Dat was attent. Dat was beter. Niemand van streek maken, zei ze. Anderen niet aan hun verlies herinneren. ‘Begrijp je dat, Cady? Zwijgen is een beschermend laagje dat ons verdriet afdekt.’
Ik begreep het en slaagde erin oma Tipper uit mijn gesprekken te weren, zoals ik ook met mijn vader had gedaan. Met tegenzin, maar zeer grondig. Tijdens maaltijden met de tantes, op de boot met opa, zelfs als ik met mammie alleen was, gedroeg ik me alsof die twee cruciale mensen nooit hadden bestaan. De rest van de familie Sinclair deed hetzelfde. Als we allemaal samen waren, bleven we stuk voor stuk breed glimlachen. Dat hadden we ook gedaan toen Bess wegging bij oom Brody, toen oom William wegging bij Carrie, toen oma’s hond Peppermill overleed aan kanker.
Maar Gat snapte het gewoon niet. Hij begon eigenlijk best vaak over mijn vader. Papa had in Gat een redelijke schaaktegenstander en een gewillig publiek voor zijn saaie verhalen over de militaire geschiedenis gevonden, dus ze hadden veel tijd samen doorgebracht. ‘Weet je nog toen je vader met een emmer die grote krab ving?’ vroeg Gat dan. Of tegen mammie: ‘Vorig jaar zei Sam dat er in het botenhuis een vliegvisuitrusting lag. Weet u waar die gebleven is?’
Tijdens het avondeten stokte het gesprek abrupt wanneer hij over oma begon. Op een keer zei Gat: ‘Ik mis dat ze altijd aan het einde van de tafel stond om het dessert uit te delen, jullie niet? Dat was typisch Tipper.’ Johnny moest op luide toon beginnen over Wimbledon tot de ontzetting van onze gezichten verdween. (blz. 42)

Het is weer zomer en Cadence is met haar moeder onderweg naar het eiland. De zomer daarvoor is ze hier niet geweest. Ze heeft twee jaar geleden een ongeluk gehad op het eiland, waar ze zelf niets meer van weet, en sinds die tijd heeft ze heel veel last van migraine. De vorige zomer is ze met haar vader, die gescheiden is van haar moeder, naar Europa geweest. Ze heeft haar neven en nicht mails gestuurd, maar daar hebben ze niet op gereageerd. Het lijkt wel alsof ze elkaar alleen maar contact hebben als ze op het eiland zijn. Van het ongeluk kan Cadence zich niets herinneren. De dokters hebben gezegd dat haar geheugen vanzelf weer terug moet komen.

Ik moet een heel eind de zee in zijn gezwommen. Een eindje voor de kust steken grote, kartelige, zwarte rotsen uit het water; in het donker van de avond zien ze er altijd schurkachtig uit. Kennelijk zwom ik met mijn gezicht in het water en heb ik mijn hoofd gestoten aan een van die rotsen.
Zoals ik zei: ik weet het niet.
Het enige wat ik me herinner is het volgende: ik zonk weg in een oceaan,
naar de harde, rotsige bodem en
ik zag de voet van het eiland Beechwood en
mijn armen en benen voelden verdoofd maar ik had koude vingers. Terwijl ik viel kwamen er repen zeewier voorbij.
Mammie vond me op het zand, in de foetushouding en half onder water. Ik rilde onbeheersbaar. Volwassenen wikkelden me in dekens. Ze probeerden me in Cuddledown warm te krijgen. Ze gaven me kleren en een beker thee, maar toen ik niets zei en maar bleef rillen, brachten ze me naar het ziekenhuis op Martha’s Vineyard, waar ik een paar dagen moest blijven terwijl de artsen allerlei onderzoeken deden. Onderkoeling, problemen met de luchtwegen en waarschijnlijk een of andere verwonding aan mijn hoofd, al was er op de hersenscans niets te zien.
Mammie bleef dicht bij me, boekte een hotelkamer. Ik herinner me de verdrietige, grauwe gezichten van tante Carrie, tante Bess en opa. Ik herinner me dat mijn longen vol waren, zelfs nadat de artsen hadden verklaard dat ze schoon waren. Ik herinner me dat ik dacht dat ik het nooit meer warm zou krijgen, zelfs toen ze me vertelden dat mijn lichaamstemperatuur weer normaal was. Mijn handen deden pijn. Mijn voeten deden pijn.
Mammie nam me mee naar huis in Vermont, zodat ik daar kon herstellen. Ik lag in het donker en zwolf in zelfmedelijden. Omdat ik ziek was, maar vooral omdat Gat me niet één keer belde.
Hij schreef me ook niet.
Waren we dan niet verliefd?
Nee? (blz. 46)

Als ze bij het eiland aankomen blijkt er veel veranderd te zijn. Het huis van opa is verdwenen. Hij heeft het laten afbreken en er staat nu een modern huis. Bij de steiger worden ze opgewacht door opa, de tantes en de kleine neefjes en nichtjes. De leden van de Leugenaars staan verderop naar Cadence te zwaaien. Johnny, Mirren en Gat slapen dit jaar niet bij hun ouders in huis, maar met hun drietjes. Cadence brengt hier veel tijd door, maar ze mag er niet blijven slapen. Zal Cadence door deze zomervakantie haar geheugen weer terug krijgen? Waarom hebben Johnny, Mirren en Gat nooit op haar mailtjes gereageerd? Zijn Cadence en Gat nog steeds verliefd op elkaar?

Mening over het boek

Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
Heb je het boek uitgelezen?
Ja
Wat vind je van het boek?
★★★★★ – geweldig
Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik vond de tekst op de achterkant leuk
Welke steekwoorden passen bij het boek?
fascinerend, geheimzinnig, interessant, ontroerend, verrassend
Hoe kom je aan het boek?
gekregen van de uitgeverij om er een recensie over te schrijven
Zitten er plaatjes (illustraties) in het boek?
Nee
Wat vind je leuk aan het boek?
Het is een interessant verhaal over de zomers van een rijke familie op hun privé-eiland. Er zijn meerdere gezinnen op het eiland en onderling is er wel eens ruzie. En er is een geheim waar niemand over wil vertellen en tegen het einde van het boek kom je hier achter.
Wat vind je niet leuk aan het boek?
Niks
Is er iemand uit het boek die je in het echt zou willen ontmoeten? Wat zou je dan samen gaan doen?
Ik wil de Leugenaars ontmoeten en het eiland bekijken
Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
Het begin van het boek gaat langzaam, maar het verhaal wordt steeds beter. En wat een onverwacht einde!
Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemiddeld
Zitten er moeilijke woorden in het boek?
Weet ik niet
Wil je het boek nog een keer lezen?
Ja, ik wil het boek nog een keer lezen, Ik wil andere boeken van deze schrijver lezen
Aan wie zou je dit boek aanraden?
Aan iedereen vanaf een jaar of 14