boekomslag Jessie Burton - Het huis aan de Gouden Bocht

In Het huis aan de Gouden Bocht komt Nella Oortman aan de prestigieuze Herengracht wonen, als jonge bruid van de bekende rijke VOC-koopman Johannes Brandt. Ze is niet bepaald wereldwijs en begrijpt niets van het huishouden waar ze in terechtgekomen is. Haar ongetrouwde, eigenzinnige schoonzus Maren, de zwarte bediende Otto en het brutale dienstmeisje Cornelia maken er de dienst uit. Haar echtgenoot Johannes is meestal op reis en raakt haar nooit aan. Dan krijgt ze van hem een bijzonder cadeau: een poppenhuis. Het is net hun eigen herenhuis aan de gracht – maar dan in miniatuur. Vanaf dat moment ontvangt ze mysterieuze pakketjes voor haar poppenhuis. Algauw krijgt het verhaal een dramatische wending en lijkt het lot van alle mensen om haar heen bezegeld.

ikvindlezenNIETleuk meer info over boek

Over het verhaal

Op het bordes voor het huis van haar kersverse echtgenoot tilt Nella Oortman de klopper op. Ze geneert zich voor de doffe dreun waarmee de dolfijn op de voordeur slaat. Er doet niemand open, ook al wordt ze verwacht. Er is een tijdstip afgesproken en er heeft een briefwisseling plaatsgevonden, al was haar moeders briefpapier wel veel dunner dan Brandts dure vellum. Nee, denkt ze, dit is geen geslaagde begroeting. Haar huwelijksplechtigheid, een maand geleden, was ook al zo kaal, zonder bloemenkransen, bruidsbeker of huwelijksbed. Ze zet haar koffertje en de vogelkooi op het bordes. Ze weet dat ze dit verhaal straks mooier zal moeten maken voor thuis, maar eerst moet ze zorgen dat ze binnenkomt en een kamer en een schrijftafel krijgt. (blz. 17)

Het is 1686 en Nella Oortman is in Amsterdam aangekomen. Een paar weken geleden is ze getrouwd met Johannes Brandt. Ze staat voor haar nieuwe huis, maar niemand doet de deur open. Ze kijkt om zich heen en als ze weer naar de deur draait ziet ze dat de deur op een kiertje staat. Ze duwt de deur verder open en gaat naar binnen. Het is donker in het huis, maar er zijn toch mensen aanwezig. Maren Brandt, de zus van Johannes, brengt Nella naar haar kamer. Johannes is niet in Amsterdam, maar is op reis. Hij komt pas ‘s avonds laat thuis, als Nella al in bed ligt. Ze stapt uit bed om hem te begroeten, maar hij zegt dat ze de volgende dag wel zullen praten.

Nella voelt zich verwaarloosd en heeft het idee dat ze onzichtbaar is. Dit is haar eerste dag in Amsterdam en haar man en zijn zuster hebben haar nog geen enkele vraag gesteld, al geeft dit twistgesprek over geld haar de gelegenheid om haar bruidegom heimelijk te bestuderen. Zijn huid is zongebruind – vergeleken met hem zijn Maren en zij bleek als geesten. In Nella’s fantasie draagt hij een piratenhoed en doorklieft zijn schip de donkerblauwe golven van een verre zee.
Haar gedachten gaan nog verder: ze ziet Johannes zonder zijn kleren en vraagt zich af hoe het zal zijn als het lichaamsdeel dat nu onder tafel verborgen is op haar wacht. Haar moeder heeft haar verteld wat echtgenotes kunnen verwachten: de pijn van een harde roede, gevolgd door druipend, slijmerig vocht tussen hun benen. Met een beetje geluk is het snel voorbij. Nella heeft in Assendelft genoeg rammen en ooien gezien om te weten wat er gaat gebeuren. ‘Ik wil niet alleen maar dáárvoor dienen. Ik wil een ander soort echtgenote zijn,’ zei ze tegen haar moeder. ‘Er zijn geen andere soorten,’ was het antwoord. Bij het zien van haar dochters blik was mevrouw Oortman iets milder geworden. Ze had haar armen om Nella heen geslagen en zachtjes op haar buik geklopt. ‘Je lichaam is de sleutel, lieverd.’ Toen Nella wilde weten welk slot ze daarmee moest openmaken en hoe ze dat moest aanpakken, vond mevrouw Oortman dat ze te ver ging. ‘Je krijgt een dak boven je hoofd, en daar mogen we God dankbaar voor zijn.’ (blz. 36)

De dagen die volgen geven geen verandering. Nella ziet Johannes alleen bij het eten. Hij is nog niet naar haar kamer toegekomen. Maar Nella krijgt wel een cadeau van hem.

Eindelijk steekt Johannes zijn handen uit naar de gordijnen, en met een zwierig gebaar schuift hij ze open. De vrouwen houden hun adem in. Ze zien de binnenkant van het kabinet, verdeeld in negen vakken waarvan sommige wandbekleding met bladgoud hebben en andere houten panelen.
‘Het is dit huis,’ fluistert Nella.
‘Jouw huis,’ verbeterd Johannes haar vergenoegd.
“Het is een stuk makkelijker schoon te houden,’ merkt Cornelia op. Ze strekt haar hals om de bovenste kamer te bekijken.
De kamers in het kabinet zijn griezelig levensecht. Het is alsof het originele huis is gekrompen, doormidden is gekliefd en zijn binnenkant laat zien. Vanaf de kookkeuken en de ontvangkamer tot aan de zolderverdieping, waar de voorraden turf en brandhout worden opgeslagen om ze tegen het vocht te beschermen, zijn de negen kamers perfecte kopieën. ‘Er zit ook nog een kelder in verstopt,’ vertelt Johannes. Hij tilt de vloer tussen de kookkeuken en de pronkkeuken op, waardoor een verborgen, lege ruimte zichtbaar wordt. Op het plafond in de pronkkeuken staat zelfs een kopie van de trompe-l’oeil. (blz. 50)

Het is een heel mooi poppenhuis, maar Nella heeft geen idee wat ze ermee moet doen. Johannes heeft gezegd dat het haar huis is en heeft haar geld gegeven om het huis naar haar wens aan te passen. Nella gaat op zoek naar iemand die wat miniaturen voor haar kan maken. Ze stuurt een brief met haar wensen en een paar dagen later wordt er een pakje afgeleverd.

Als ze het verpakkingsmateriaal verzamelt om het weg te gooien, voelt ze dat er nog meer voorwerpen in het pakje zitten. Haar sombere bui maakt plaats voor nieuwsgierigheid, en ze denkt: Dat kan niet. Alles wat ik besteld had, ligt al op mijn bed.
Ze keert het papier om en er vallen drie kleinere pakjes op de sprei. Ze prutst aan het eerste en haalt twee prachtige stoelen tevoorschijn. Op de armleuningen zijn leeuwen ter grootte van lieveheersbeestjes uitgesneden, en de rugleuningen zijn bedekt met groen fluweel en afgewerkt met kopernagels. Op de armleuningen zijn verder kronkelende zeemonsters tussen acanthusbladeren te zien. Het dringt tot Nella door dat ze die stoelen kent. Afgelopen week zat Maren op zo’n stoel in de ontvangkamer.
Ze begint zich onbehagelijk te voelen, maar toch maakt ze het volgende pakje open. Tussen de plooien van een doek ligt een klein, stevig voorwerkp. Ze wrikt het eruit en ziet een eikenhouten wieg met een kanten kap, een schommelend onderstel van tin en inlegwerk met gecompliceerde bloemenpatronen. Het is een houten meesterwerkje, maar toch voelt Nella haar keel dichtknijpen. Ze zet het midden op haar hand, waar het bijna uit zichzelf soepeltjes heen en weer schommelt.
Dit moet een vergissing zijn, denkt ze. Deze voorwerpen zijn voor iemand anders. stoelen, een wieg – misschien een doodnormale bestelling voor een vrouw die een kopie van haar huis vult, maar ik heb ze niet besteld, dat weet ik zeker. Ze scheurt het derde pakje open, en onder een volgend laagje blauwe stof vindt ze een paar hondjes. Twee windhonden, niet groter dan een mot, met schedels ter grootte van doperwten en een zijdezachte grijze vacht. Ze hebben samen een bot gekregen om op te kauwen, een kruidnagel die geel is geschilderd. Nella herkent de geur meteen. Ze pakt de honden op en krijgt een schok als ze ze beter bestudeert. Dit zijn geen willekeurige honden, dit zijn Rezeki en Dhana. (blz. 77)

Van schrik laat Nella de honden vallen. Wie heeft dit gemaakt? Hoe weet de maker hoe de stoelen en de honden er uit zien? Waarom krijgt ze deze dingen zomaar? Wil iemand haar bang maken? Wie ziet hier achter? Is het Maren, omdat ze jaloers is op Nella? Of zit Johannes hier achter? Hij heeft haar tenslotte het poppenhuis gegeven. Waarom doet hij dan zo geheimzinnig? Waarom ontwijkt hij Nella?

Mening over het boek

Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
Hoe kom je aan het boek?
meegenomen bij Leeszaal West in Rotterdam
Wat vind je van het boek?
★★★★☆
Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik vond de tekst op de achterkant leuk
Welke steekwoorden passen bij het boek?
fascinerend, geheimzinnig, realistisch, verrassend, zielig
Staan er illustraties in het boek? Wie heeft ze gemaakt? Wat vind je van de illustraties?
nee
Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemiddeld
Waar gaat het verhaal over?
zie hierboven
Wie is de hoofdpersoon?
De hoofdpersoon is Nella
Zou je iemand uit het verhaal willen ontmoeten? Waarom? En wat zou je dan gaan doen?
ik ben nieuwsgierig naar de maker van de poppen en meubels van het poppenhuis
Waar speelt het verhaal zich af?
het verhaal speelt zich af in Amsterdam, in de 17e eeuw
Wat vind je leuk aan dit boek?
ik vind het leuk dat het verhaal in Amsterdam speelt en dat een poppenhuis een belangrijke rol speelt
Wat vind je niet leuk aan dit boek?
ik vind het niet leuk dat Nella getrouwd is, maar dat haar man nauwelijks aandacht voor haar heeft
Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
dit boek is verfilmd als tv-serie
Voor wie zou dit een leuk boek zijn?
Voor iedereen die houdt van historische verhalen
Wil je het boek nog een keer lezen?
Ik wil het boek misschien nog een keer lezen, Ik wil andere boeken van deze schrijver lezen